INTERFACE AAN HET WOORD

Wanneer je al jaren in de Top 10 van meest duurzame bedrijven ter wereld mag staan, dan doe je iets goed. We gaan op bezoek bij Martijn de Moor in Scherpenzeel om uit te zoeken wat het duurzame geheim van de vloerensmid is.

Martijn is zo’n vijf jaar geleden begonnen bij Interface. Binnen het Amerikaanse bedrijf is hij als QESH Systems Engineer verantwoordelijk voor de ISO normeringen waarbij hij onder andere de rapportages verzorgt en processen verbetert en beheerst. Met een achtergrond als bedrijfskundige richtte hij zich in eerste instantie met name op kwaliteit. Later is bij Interface het milieu-onderdeel aan zijn takenpakket toegevoegd. Waar hij bij aanvang licht sceptisch naar dit onderwerp keek, leerde hij dat milieu en economie prima hand in hand kunnen gaan. Martijn ontdekte dat hier zijn interesse werd gewekt en trok automatisch de verantwoordelijkheden voor afval en energie naar zich toe.

In de genen
Oud-directeur Ray Anderson maakte zich in de jaren 90 zorgen over het toenmalige principe Take-Make-Waste. Hij was de grondlegger van Mission Zero! Martijn gelooft heilig dat alles begint bij goed leiderschap. “Als je de juiste focus legt en niet teveel hordes tegelijk neemt, dan gaan de neuzen vanzelf de juiste kant op staan. Binnen Interface is duurzaamheid bij iedereen in de genen gaan zitten. Duurzaam zijn kun je simpelweg niet alleen.”

Een aantal interdisciplinaire werkgroepen werken al ruim 20 jaar hard aan de projecten zoals Suppliers to Zero, Products to Zero en Factories to Zero. Bij het laatste is Martijn nauw betrokken en zijn er 3 heldere ambities bepaald: in 2020 geen grondstoffen verspillen, 100% duurzame energie en geen waterverbruik in het proces. “Interface is en blijft een commercieel bedrijf, maar als het past binnen ons verhaal dan zijn we bereid om te investeren”. Zo is FSCK een mooi voorbeeld. “De onderkant van tapijt is een harde zijde van bitumencompound. Hiervoor hebben we een installatie waarmee we al jaren produceren. Echter, bitumen is olie dus past niet in ons beleid.“

Delen en inspireren
Om afscheid te kunnen nemen van de oude installatie is er een flinke investering gedaan om een ‘biobased tegel’ aan te kunnen bieden. “Met deze nieuwe installatie zijn we volop aan het experimenteren. Het is ons gelukt om de eerste groene backing (onderlaag) te produceren.” Martijn vervolgt: “Dit durven we te delen en daar zijn we transparant in. We hebben in 2017 niet voor niets een handtekening gezet onder het grondstoffenakkoord 2050. Met de ervaring van de afgelopen 20 jaar willen we de hele bedrijfstak inspireren om aan de slag te gaan. Er gaan namelijk tal van nieuwe kansen op je pad komen.” En nou klinkt het alsof er bij Interface geen hobbels meer te nemen zijn, maar zo is het niet. Een kopzorg is bijvoorbeeld de continuïteit van de nieuwe grondstoffen. “Als we 100% gebruik gaan maken van gerecyclede producten, moeten ze wel beschikbaar zijn. Naast voldoende grondstoffen moet de kwaliteit uiteraard gewaarborgd blijven. Onze klanten zien absoluut een meerwaarde in het sustainable label. Dit wordt steeds normaler omdat de maatschappij er meer aan toe is. En toch wil men weinig concessies doen op de kwaliteit.”

De keuze voor Rondo
Een belangrijke reden voor Interface om met Rondo in zee te gaan was om het afval zo hoogwaardig mogelijk te maken. “We zijn gestart met de continuering van de dienstverlening en gaan nu naar de volgende stap: verbeteren. Tussenschakels worden eruit gehaald en we gaan rechtstreeks naar outletkanalen. We hebben een partner nodig die afzet- en grondstoffenmarkten kent die wij nog niet kennen. Omdat 75% van ons afval de tapijtstroom is, zoeken we hard naar een goede outlet die er weer grondstoffen van maakt. Via diverse lopende pilots hebben we vertrouwen dat deze er gaat komen. En als het dan zover is trekken we samen met Rondo de champagne open!”

Climate take back
Als de doelstellingen in 2020 behaald zijn is het voor Interface niet klaar. Onlangs is het nieuwe project gestart: Climate take back. Het wordt tijd om wat terug te doen voor het milieu. Met deze ambitie in het vooruitzicht is er geen twijfel dat Interface als inspiratiebron blijft dienen richting 2050!